• De werkverantwoordelijke is ervoor verantwoordelijk dat de monteur passende en veilige gereedschappen/PBM’s heeft.
• De monteur is zelf wettelijk verplicht de gereedschappen/PBM’s alleen te gebruiken zoals ze bedoeld zijn.
• Daarnaast is de monteur verantwoordelijk om vóór gebruik de staat van het gereedschap te controleren. Als de monteur twijfelt aan de veiligheid van het gereedschap, niet gebruiken en overleggen met leidinggevende.

• Zijn de gereedschappen/PBM’s passend, doelmatig en veilig in mijn werkomgeving?
• Weet ik hoe ik het gereedschap moet gebruiken?
• Zijn de gereedschappen/PBM’s onbeschadigd? Is de isolatie van het snoer onbeschadigd? Is de stekker niet defect? Geen losse of gebroken behuizing?
• Is mijn elektrisch gereedschap voorzien van een keuringssticker met een geldige keuringsdatum?
• Werken de gereedschappen/PBM’s zoals bedoeld?
• Is mijn elektrische gereedschap is aangesloten via een aardlekschakelaar?
• Is de uiterste gebruikstermijn van mijn slijpschijf niet verlopen?
• Zijn mijn elektrische gereedschappen geschikt voor een vochtige omgeving? (IP44-beschermd tegen vocht).
• Gebruik ik een kabelhaspel? Is deze helemaal uitgerold en IP44-beschermd bij gebruik buiten? (kleppen op de stopcontacten).
• Mijn elektrisch handgereedschap is dubbel geïsoleerd, te herkennen aan het symbool hiernaast.
• Maak ik gebruik van het juiste gereedschap in een nauwe geleidende ruimte?
  • Maak ik gebruik van accugereedschap? In een nauwe geleidende ruimte moet verplaatsbaar elektrisch materieel (zoals handgereedschappen en looplampen) op een accu werken.
  • Alleen als dat niet mogelijk is, kan worden overwogen om gebruik te maken van elektrische arbeidsmiddelen die worden gevoed door een veiligheidstransformator (max. 50Vac)
  • Als dat ook niet mogelijk is, dan mogen alleen 230V handgereedschappen (geen looplampen) worden aangesloten op een beschermingstransformator, die zelf buiten de ruimte moet blijven.
  • Het zomaar gebruiken van 230V arbeidsmiddelen in een nauwe geleidende ruimte is verboden.

• Dubbelpolige spanningsaanwijzer voor het vaststellen van de spanningsloze toestand voordat het werk aan de elektrische installatie mag worden gestart.
• Borgingsmiddelen en sloten die door de monteur worden aangebracht in de meterkast om onbedoeld inschakelen te voorkomen.
• Label of aanduiding “Niet inschakelen” om te voorkomen dat anderen de installatie inschakelen terwijl de monteur hieraan werkt.
• Passend veilig meetinstrument met veilige isolerende afgeschermde meetpennen
• PBM’s zoals isolerende handschoenen en vlamboog-beschermende PBM’s
• Geïsoleerd gereedschap als men werkt in de nabijheid van actieve delen onder spanning zoals bijvoorbeeld een accu.

In een NEN 3140 training leer je hoe en wanneer de hierboven beschreven arbeidsmiddelen moet toepassen.

(Persoonlijke) Beschermingsmiddelen (PBM’s) zijn noodzakelijk als het gevaar niet op een andere manier kan worden weggenomen.

Om te beschermen tegen elektrocutiegevaar moeten PBM’s met een zeer hoge isolatieweerstand worden gebruikt. Deze PBM’s herken je aan de twee driehoeken.

Als (bijvoorbeeld bij het meten) de handen van een monteur in de gevarenzone komen, moet deze isolerende handschoenen dragen. Bij werkzaamheden onder spanning kan het nodig zijn op een isolerende mat te staan en/of een gelaatscherm toe te passen.

(Persoonlijke) Beschermingsmiddelen (PBM’s) zijn noodzakelijk als het gevaar niet op een andere manier kan worden weggenomen.

Beschermingsmiddelen tegen vlambogen moeten bescherming bieden tegen gloeiend metaal en moeten geschikt zijn voor het potentiële kortsluitvermogen. voorbeelden hiervan zijn een gelaatscherm (tegen vlambogen), brandwerende kleding en een mespatroontrekker met een manchet. De beschermingsmiddelen zijn herkenbaar aan het dit symbool.