Een dak met een hellingshoek van minimaal 15° of meer wordt gezien als een schuin dak.

• Uitglijden/vallen van hoogte;
• Brand;
• Straling van zendantennes;
• Gevaarlijke stoffen.

• Wanneer bronaanpak niet mogelijk is, gaat de voorkeur voor aanpak naar de volgende maatregelen:
  • Het aanbrengen van permanente hekwerken en leuningen.
  • Het ophangen van vangnetten of het plaatsen van een veilige steiger, stelling of bordes.
  • Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld veiligheidsgordels met vanglijnen.
• Collectieve maatregelen hebben bij hellende daken de voorkeur, met name voor ‘vaste’ collectieve maatregelen, dan de ‘tijdelijke’ maatregelen en als laatste de individuele beschermmiddelen. Voor meer informatie zie bijlage 2 van de Arbocatalogus.

• Dakrandbeveiligingen komen voor in verschillende modellen en typen.
• Breng een dakrandbeveiliging aan volgens de voorschriften en houd rekening met de stevigheid en stabiliteit van de dakgoot.
• Houd rekening met de constructie van de gevel waar de dakrandbeveiliging aan wordt bevestigd.

• De dakkapelsteiger is een aanvulling op de rolsteiger.
• Let op de veiligheid bij het opbouwen of verwijderen van een dakkapelsteiger en zorg ervoor dat de hekwerken goed aansluiten.

• Een dakladder met nokhaak is alleen geschikt voor kortdurend en niet veel voorkomend werk.
• Zorg voor een stevige standplaats bij het plaatsen zodat de ladder ook in de lengte-as zonder risico gedraaid kan worden.
• Let op of de dakconstructie stevig genoeg is en of de nokvorsten niet los zitten.

• Verreikers komen voor in verschillende modellen.
• Ga, voor dat je aan het werk gaat, na of de ondergrond stabiel genoeg is.

• Een positioneringslijn voorkomt de mogelijkheid om in een positie te komen waar je kunt vallen.
• Dit wordt pas toegepast wanneer de andere collectieve maatregelen niet kunnen worden toegepast.
• Let op de beperkte bewegingsvrijheid door de strakke lijn.

• Dit type beveiliging voorkomt niet dat je valt, maar zorgt ervoor dat de
  gevolgen van je val binnen de perken blijven, doordat je ‘ blijft
  hangen’.
• Dit wordt pas toegepast wanneer de andere collectieve maatregelen niet kunnen worden toegepast.
• Houdt rekening met het zijdelings uitzwaaien wanneer je valt in verband met uitstekende obstakels.
• Er moet voldoende valhoogte zijn voor de lengte van de lijn, de uitrekkende demper en de lichaamslengte. Dit is meestal zes meter of meer.